Openheid

Eerlijkheid

Vertrouwen

Fun

Eiwitten deel 1: wat zijn dat nou eigenlijk?

De functie van eiwitten:

De voornaamste functie van proteïne is het opbouwen en herstellen van weefsel en structuren. Het is ook betrokken bij de synthese van hormonen, enzymen en andere regulerende peptides. Daarnaast kan proteïne ook gebruikt worden als energiebron wanneer er niet voldoende koolhydraten aanwezig zijn.

 

De structuur van eiwitten:

Proteïne is opgebouwd uit aminozuren die aan elkaar gekoppeld zijn. Het lichaam gebruikt ongeveer 20 aminozuren om de verschillende proteïne aan te maken. Deze aminozuren kunnen vergeleken worden met de letters van het alfabet. Net als specifieke woorden opgebouwd worden door middel van een specifieke volgorde van letters, worden door de specifieke volgorde van verschillende aminozuren ontelbare hoeveelheid soorten proteïne opgebouwd (van het in de spier gelegen eiwit “actine” tot de eiwitten die gelegen zijn in de lens van het oog).

We onderscheiden twee hoofdgroepen van aminozuren. De essentiële en niet-essentiële aminozuren. Essentiële aminozuren kunnen niet door het lichaam zelf aangemaakt worden (of niet in voldoende mate). Deze moeten daarom worden verkregen uit het voedsel of uit andere externe bronnen. Er zijn acht essentiële aminozuren. De tweede groep van aminozuren worden aangeduid met de term “niet-essentiële”. Dit omdat het lichaam in staat is om deze zelf te vervaardigen uit stikstof, koolhydraten en vet. De aminozuren “arginine”en “histidine” worden beschouwd als semi-essentiële aminozuren. Het lijkt erop of
deze aminozuren niet in voldoende mate volledig zelf door het lichaam kunnen worden opgebouwd (vooral gedurende groei en dus vooral bij kinderen).

[fusion_builder_container hundred_percent=”yes” overflow=”visible”][fusion_builder_row][fusion_builder_column type=”1_1″ background_position=”left top” background_color=”” border_size=”” border_color=”” border_style=”solid” spacing=”yes” background_image=”” background_repeat=”no-repeat” padding=”” margin_top=”0px” margin_bottom=”0px” class=”” id=”” animation_type=”” animation_speed=”0.3″ animation_direction=”left” hide_on_mobile=”no” center_content=”no” min_height=”none”]

figure_02_07_01
structuur eiwitten

 

Vertering, opname en verbruik:

Proteïne moeten allereerst worden afgebroken tot afzonderlijke aminozuren, alvorens het lichaam deze kan gebruiken als bouwstenen voor de synthese van de eigen eiwitten. Het lot van de aminozuren na de spijsvertering en na de opname in de darmen is afhankelijk van de homeostatische behoeften van het lichaam. Dit kan variëren van de behoefte tot het vervangen en opbouwen van weefsel tot de behoefte aan energie. Wanneer de ingenomen eiwitten de maag bereiken, worden deze vermengd met zoutzuur (HCl). Dit zorgt voor een afbraak van de eiwitten, waardoor spijsverteringsenzymen kunnen beginnen met het loskoppelen van de verbindingen van de aminozuren. Wanneer deze voor een groot deel afgebroken keten van aminozuren de dunne darm bereiken, worden deze verder afgebroken met behulp van enzymen die afkomstig zijn uit de sappen van de alvleesklier en darm. Dit resulteert in dipeptides, tripeptides en enkelvoudige aminozuren die vervolgens in de darmwand worden ogenomen en aan de bloedbaan afgegeven. Eenmaal in de bloedbaan kunnen deze vrije aminozuren worden gebruikt voor eiwitsynthese (opbouw en herstel van weefsel), het leveren van energie of voor opslag van energie (vet opslag).

eiwit1 (1)
Vertering van eiwitten

Aminozuren voor het leveren van energie:

Het lichaam heeft een constante behoefte aan energie. Vooral de hersenen en het zenuwstelsel hebben een constante behoefte aan glucose. Wanneer de inname van de hoeveelheid koolhydraten of de totale hoeveelheid energie laag is, heeft het lichaam de mogelijkheid om aminozuren te gebruiken als energiebron. De aminozuren worden dan als eerste gesplitst (gestript) van de groep aminozuren, hierdoor komt er bruikbare energie vrij. Het overgebleven deel van de gestripte aminozuren produceert ammoniak. Dit is een giftige stof die in de lever wordt omgezet in ureum en via de nieren als urine wordt uitgescheiden.

Aminozuren voor de opslag van energie (vet):

Wanneer de hoeveelheid ingenomen proteïne groter is dan de behoefte aan synthese en energie dan worden deafgebroken aminozuren opgeslagen als vet. Dit is bij veel mensen in de westerse maatschappijen het geval, waardoor de te veel aan ingenomen eiwitten een significante bijdrage leveren met betrekking tot overgewicht en obesitas.

Proteïne in de voeding

Via de eiwitten uit de voeding verkrijgt het lichaam de aminozuren. Vlees, fruit, groenten, granen, zuivel producten, en zelfs supplementen voorzien ons van de benodigde eiwitten. Wanneer een voedingsmiddel ons voorziet van alle “essentiële aminozuren”, in de gewenste verhouding (ratio), dan spreken we van een complete proteïne. Wanneer een voedingsmiddel niet alle of te weinig essentiële aminozuren bevat, spreken we van een “niet-complete proteïne” (incomplete proteïne). Het ontbrekende essentiële aminozuur of waarvan het minste aanwezig is, noemen we de beperkende factor van het eiwit. Omdat het proces van eiwitsynthese werkt volgens het alles of niets principe, dienen voor de synthese alle aminozuren aanwezig te zijn. De hoeveelheid synthese zal worden bepaald door de aminozuur waarvan het minste aanwezig is. Het vermogen van een eiwit om te voldoen aan de levering van de essentiële aminozuren wordt op verschillende manieren gekwantificeerd. Termen die hier voor gebruikt worden zijn; “proteïne efficiëntie coëfficiënt” (protein efficiency ratio / PER), “netto proteïne verbruik” (net protein utilization / NPU) en “biologische waarde” (biologic value / BV). Biologische waarde is een term die veelvuldig gebruikt wordt in populaire media en door fabrikanten van supplementen. In wezen geeft de biologische waarde aan in hoeverre het eiwit voorzien is van de essentiële aminozuren. Deze term word vaak misbruikt door marketeers van eiwit supplementen. Zij willen de mogelijke afnemers doen geloven, dat het consumeren van deze speciaal geprepareerde eiwitten met een hoge biologische waarde, automatisch leidt tot een grotere en snellere opbouw van spierweefsel. Echter wanneer een persoon al voldoende eiwitten consumeert zal het consumeren van meer eiwitten met een hoge biologische waarde niet leiden tot dit resultaat. Het zou voor hen beter zijn om minder eiwitten in te nemen, die hen in voldoende mate voorzien van alle benodigde aminozuren. Wanneer men kiest voor eiwitbronnen met een lagere biologische waarde zal de behoefte aan een grotere hoeveelheid eiwitten wel toenemen.

 

Roel van Buggenum

Zelf ervaren? Plan een gratis proefsessie!

Probeer personal training bij Source PT uit Tilburg nu gratis! Ervaar zelf de voordelen van een persoonlijke en holistische benadering van fitness. Laat je gegevens achter en wij nemen zo spoedig mogelijk contact met je op om een gratis proefsessie in te plannen.